Tijdens de breakdancelessen beginnen de leerlingen gezamenlijk met toprock (staand dansen) om het lichaam op te warmen. Bij breakdance wordt een groot beroep gedaan op het vermogen van bepaalde spiergroepen, aan deze groepen wordt extra aandacht besteedt tijdens de warming-up. Vervolgens wordt er gewerkt aan footwork (bewegingen laag bij de grond). De leerlingen leren allerlei steps waarmee ze laag bij de grond kunnen bewegen en worden ook gestimuleerd hun eiegn creativiteit te gebruiken om zelf de mogelijkheden te ontdekken. Bij dit onderdeel komen ook de freezes aan bod. Stilstaande houdingen laag bij de grond waarbij de leerlingen altijd uitgedaagd worden op hun eigen niveau. Ook komen in de les de spectaculaire powermoves aan bod en wordt er altijd afgesloten met een cyper (kring) waarin iedereen kan laten zien wat ze geleerd hebben in de les. Respect voor elkaar staat bij dit vrije onderdeel voorop! De leerlingen krijgen in de les de ruimte om hun eigen stijl te ontwikkelen en worden ze tegelijkertijd getraind om een allround B-boy of B-girl te worden, zodat ze alle aspecten van het breakdancen meekrijgen.

Breakdance is in de jaren 70 ontstaan in New York en sindsdien heeft het zich over de hele wereld verspreid. Het begon allemaal met toprock. Staand, ritmisch dansen op de breaks, een stuk in de muziek waar de drums centraal staan. Toen deze breaks herhaald konden worden door een nieuwe techniek van een hip hop DJ, gingen B-boys en B-girls ook laag bij de grond dansen, dit heet footwork. Sinds de jaren 80 staan air en power moves erg centraal en deze kent u waarschijnlijk allemaal, headspins of springen op één hand.

Proefles aanvragen

Naar het rooster